%27Met+25+procent+groei+per+jaar+komen+we+er+wel+met+Buitengewone+Varkens%27
Achtergrond
© Marc van der Sterren

'Met 25 procent groei per jaar komen we er wel met Buitengewone Varkens'

Met tien zeugen en tweehonderd vleesvarkens is Buitengewone Varkens misschien wel het kleinste varkensbedrijf van Nederland. Met meer dan 35 locaties is het misschien wel de omvangrijkste. Uit de eigen vleesverkoop halen Cas den Boer en Josse Haarhuis de winst. 'Ook al voeren vrijwilligers de varkens, met het houderijsysteem valt niets te verdienen. Kleinschaligheid is funest. Maar we groeien elk jaar met 25 procent, dus we komen er wel.'

Chagrijnig knorrend komt zeug Bianca overeind. Bianca is een raszuivere Berkshire. Robuust, met vitale biggen die straks smakelijk, gemarmerd vlees leveren, want hun vader is een Duroc. Nu knort de zeug ontevreden; het is al de tweede keer vandaag dat een vreemdeling met een camera haar wakker maakt.

Vanochtend stond er al een cameraploeg op het erf, want samen met Caring Farmers werd een landelijke tv-reclame opgenomen. Het is dan ook een mooi gezicht hoe op deze zonovergoten dag de varkens buiten scharrelen en wroeten in de luwte van de dijk langs de Rijn in de Betuwe.

Zo lui als de varkens liggen, zo druk heeft hun baas Josse Haarhuis het vandaag. De verslaggever heeft hem uit de vriescel gehaald, waar hij een laatste bestelling aan het klaarmaken was. Ook nu weer wordt hij gestoord door een telefoontje van de Krokettenman. 'Die gaat proberen kroketten te maken van onze varkenskoppen.'

Onze buitengewone varkens hebben 25 tot 40 keer meer ruimte dan biologische varkens

Josse Haarhuis, varkenshouder in Ingen (GD)

Haarhuis runt het bedrijf samen met Cas den Boer. Buitengewone Varkens bestaat vijftien jaar, maar het tweetal is al de derde generatie eigenaren. Haarhuis komt uit het Utrechtse De Bilt, waar hij hobbymatig varkens hield. Vier jaar geleden nam hij de plaats in van een vertrekkende compagnon.

Den Boer komt van een gangbaar varkensbedrijf in het Brabantse Dongen. Hier heeft hij zijn eigen regeneratieve bedrijf met varkens van Buitengewone Varkens. Regeneratieve varkens dragen met hun natuurlijke begrazing juist bij aan het herstel van de bodem en aan meer biodiversiteit.

Zeugen en beer hebben naam

Haarhuis woont nu op de locatie van het hoofdkantoor van Buitengewone Varkens in het Gelderse Ingen en tevens de vermeerderingslocatie van de keten. Tien zeugen staan verdeeld over verschillende weitjes. Sommige met biggen. Alle zeugen hebben een naam. 'En de beer heet Huib', zegt de ondernemer wijzend naar de grote Duroc die ons gadeslaat vanuit een zwarte hut van verwerkt landbouwplastic.

Hier geen kunstmatige inseminatie. Dekken geschiedt op natuurlijke wijze, vertelt Haarhuis. 'Ik probeer het een beetje synchroon te krijgen door de beer in een weitje met minimaal drie zeugen te zetten die ongeveer tegelijk berig zijn. Dan kun je na het werpen nog pasgeboren biggen overleggen van de ene naar de andere zeug.' Een zeug wordt meestal gedekt binnen een week na het spenen, maar dat hangt af van de conditie. 'De zeug moet de beer kunnen dragen. Dat is onze stelregel.'

Bianca heeft in de gaten dat er weinig dreiging van ons uitgaat en gaat weer liggen. Langzaam, zodat haar acht biggen tijd hebben om zich uit de voeten te maken. Eerst gaat ze door haar voorpoten, daarna door haar achterpoten en uiteindelijk rolt ze zich op haar zij. 'Kijk, zo moet dat', zegt de ondernemer. 'Als zeugen te snel gaan liggen, dan worden ze uitgeselecteerd.'

De dieren worden geselecteerd op natuurlijk gedrag. Kan een zeug niet zelfstandig afbiggen, dan valt ze af.
De dieren worden geselecteerd op natuurlijk gedrag. Kan een zeug niet zelfstandig afbiggen, dan valt ze af. © Marc van der Sterren

De dieren worden geselecteerd op natuurlijk gedrag. Kan een zeug niet zelfstandig afbiggen, dan valt ze af. Haarhuis: 'We willen geen grote worpen, want achterblijvers die wel door de lactatie komen, blijven vaak zwak. Daar willen we de locaties waar de biggen opgroeien tot vleesvarken niet mee opzadelen. We willen vooral sterke dieren.'

Circulair voer

Het voer komt van diervoederproducent Nijsen in het Limburgse Veulen, vertelt de ondernemer. 'Circulair, want gemaakt van reststromen.' De dieren krijgen maar twee soorten: de zeugen lactovoer, waar ook de biggen van meesnoepen; de vleesvarkens krijgen groeikorrel. Een app meldt de vrijwilligers exact hoeveel scheppen voer elk dier moet krijgen. 'Dat wordt automatisch aangepast aan de leeftijd.'

De robuuste dieren groeien maar langzaam. Biggen blijven acht tot twaalf weken bij de zeug en worden pas geslacht na ongeveer tien maanden. Voor het werpen komen de dieren in een compleet verse wei vol onkruid en vooral groenten van vorig jaar.

Haarhuis toont een veld waar gewassen als palmkool, kervel en rucola van vorig jaar in bloei staan. De groenten zijn eveneens voor de verkoop. Dus ook de bloemetjes van de doorgeschoten groenten die bijna nog lekkerder smaken. Volgende week is deze wei vol lekkers voor de dragende zeugen die nu in de achterste wei staan.

35 locaties actief

De biggen groeien op tot slachtrijpe varkens op locaties in het hele land. Op de website van Buitengewone Varkens staan 53 locaties, maar er zijn er slechts 35 actief. Haarhuis: 'Belangrijkste reden is de grond die volgens dit concept moet herstellen, nadat er varkens hebben gewroet. Op sommige locaties staan alleen 's zomers varkens, op andere alleen 's winters.'

Op de 35 locaties lopen in totaal zo'n tweehonderd buitengewone vleesvarkens. 'We kopen ook biggen aan, anders hebben we er niet genoeg', zegt de ondernemer. Op sommigen locaties liggen er tien, op andere vier. Het minimum om mee te mogen doen, is 1.000 vierkante meter. 'Maar liever hebben we 0,5 hectare. Want als eis stellen we 60 vierkante meter per vleesvarken', licht de varkenshouder toe.

Het vermeerderingsbedrijf van Buitengewone Varkens in het Gelderse Ingen, gezien vanaf de dijk.
Het vermeerderingsbedrijf van Buitengewone Varkens in het Gelderse Ingen, gezien vanaf de dijk. © Marc van der Sterren

Buitengewone Varkens is nog geen regeneratieve varkenshouderij. Wel laten de ondernemers de bodem herstellen, nadat deze is omgewroet. Gemiddeld een maand of drie. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld voor kinderboerderijen. 'Wij blijven eigenaar van de varkens en van de materialen', vertelt Haarhuis. 'De vrijwilligers zijn de eigenaren van de grond.'

De appgroep voor vrijwilligers telt 211 leden. 'Op de meeste locaties werken meerdere vrijwilligers. Soms komt een vrijwilliger maar één keer in de week. Het zijn voornamelijk mensen die geen verantwoordelijkheid willen voor het dier, maar wel graag wat varkens hebben lopen', licht de ondernemer toe.

Moestuinen en voedselbossen gebruiken de varkens om de grond om te wroeten, als onkruidbestrijding en om gewasresten te verwijderen. Natuurbeheerders zetten de varkens in om grond om te woelen, bijvoorbeeld in de strijd tegen invasieve exoten als Japanse duizendknoop. Soms heeft een landwinkel of horecaondernemer een plekje om te tonen waar het vlees vandaan komt. Zo lopen ook buitengewone varkens bij Stadsjochies in Utrecht.

Een mooie doelgroep voor nieuwe locaties ziet Den Boer bij varkenshouders die met hun bedrijf stoppen. 'Er zijn genoeg gegadigden. Elke week dient er zich een geïnteresseerde aan, dus er is ruimte voor groei.'

Continuïteit is lastig

De afzet is volgens de ondernemer een groter probleem. 'De vraag naar ons varkensvlees neemt toe, maar minder snel. We moeten continuïteit kunnen leveren. Dat is lastig.' Dus ook daarvoor is groei volgens Haarhuis noodzakelijk.

Vleeshandel Willems in het Gelderse Druten slacht de buitengewone varkens. Ferry Lempers in het Utrechtse Montfoort verwerkt het vlees en Haarhuis en Den Boer krijgen het vlees klaar voor de verkoop. Zo'n 80 procent wordt in de horeca geserveerd, slechts 20 procent gaat rechtstreeks naar de consument die bestelt via internet.

De vierkantswaardering is wel een uitdaging. Haarhuis: 'Varkenshaas gaat niet zo hard. De horeca heeft het zwaar. Gehakt en droge worst lopen goed, maar we hebben nogal wat luxe vlees in de diepvries.' De ondernemer heeft respect voor de gangbare varkenshouderij. 'Er zal op grote schaal efficiënt varkensvlees geproduceerd moeten worden om de wereld te kunnen voeden. Ons project kan best worden opgeschaald, maar we zullen nooit die efficiëntie bereiken.'

Josse Haarhuis: 'De horeca heeft het zwaar. Gehakt en droge worst lopen goed, maar we hebben nogal wat luxe vlees in de diepvries.'
Josse Haarhuis: 'De horeca heeft het zwaar. Gehakt en droge worst lopen goed, maar we hebben nogal wat luxe vlees in de diepvries.' © Marc van der Sterren

Den Boer heeft in Dongen een bedrijf met zo'n vijftig varkens, waarmee hij een van de grootste deelnemers is van zijn eigen concept. Hij houdt zijn buitengewone varkens volledig op regeneratieve wijze. Het herstel van de bodem staat hier voorop, dus er wordt niet gewacht met omweiden voor een perceel helemaal zwart is.

Elke week worden de dieren verplaatst. Behoorlijk arbeidsintensief, want de huisvesting, het water en het voer moeten telkens worden verplaatst. 'Maar je werkt samen met de natuur', zegt Den Boer stellig. Pas na acht weken is de plantengroei voldoende hersteld en mogen er weer opnieuw varkens op zo'n stuk perceel.

'Gras en luzerne helpen bij het afwateren. De bodem reageert beter op crisissituaties als droogte en natte omstandigheden. Die kunnen we steeds meer verwachten met de klimaatverandering', zegt Den Boer. Daarom heeft regeneratieve varkenshouderij in Nederland toekomst, stelt hij.

Zijn vader heeft nog een traditioneel bedrijf met één ster van het Beter Leven-keurmerk. 'Ik heb niets tegen die manier van varkens houden, maar het is niet het systeem van de toekomst. Ik denk dat er nog veel stappen moeten worden gemaakt', benadrukt de ondernemer.

Zoelen in modderpoel

Den Boer vindt dat keurmerk een minimaal stapje in de goede richting: in plaats van 0,8 vierkante meter krijgt een varken 1 vierkante meter. 'Het systeem is misleidend voor de consument', stelt hij. 'Echt dierwaardig is als de dieren kunnen wroeten, hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. En als ze kunnen zoelen in een modderpoel. Ik denk dat dat niet makkelijk gaat op een betonnen vloer.'

© Marc van der Sterren

Den Boer heeft geprobeerd of Beter Leven niet met hen in zee zou willen gaan, 'maar daar willen ze niet hoger gaan dan het driesterrenpredicaat biologisch'. Terwijl varkens volgens hem veel meer ruimte nodig hebben. 'Buitengewone varkens hebben 25 tot 40 keer meer ruimte dan biologische.'

Hun systeem voor de toekomst kent nog geen goed verdienmodel. De inkomsten komen uit het vlees. Dat wil zeggen: we kunnen onszelf verlonen. Maar we hebben veel nodig om te investeren. De kleine omvang is het grootste economische euvel en transport is de grootste kostenpost', legt Haarhuis uit.

'We hebben niet de ambitie om echt groot te worden, maar als we al honderd varkens zouden kunnen vervoeren in plaats van tien, dan waren we al een stuk goedkoper uit', vult Den Boer aan. 'Maar we groeien 25 procent per jaar. Als we zo doorgaan, dan komen we er wel.'

Bedrijfsgegevens
Cas den Boer (26) en Josse Haarhuis (28) houden in het Gelderse Ingen tien zeugen in de openlucht. Deze moederdieren zijn van de varkensrassen Berkshire en het Bonte Bentheimer Landvarken. De eindbeer is een Duroc. Met hun vermeerderingstak produceren de ondernemers zo'n tweehonderd biggen per jaar, die op 35 locaties worden gehouden tot ze rijp zijn voor de slacht. In totaal, inclusief de biggen, hebben Den Boer en Haarhuis dus een bedrijf met zo'n 250 varkens. De locaties waar de biggen opgroeien als vleesvarkens, gebruiken de dieren voor het plezier, voor educatie, maar vooral voor het omwoelen van de natuur, de moestuin of het voedselbos. Zo'n 80 procent van het geproduceerde varkensvlees gaat naar afnemers in de horeca, 20 procent wordt rechtstreeks verkocht aan consumenten. Naast de varkenstak houden Den Boer en Haarhuis 100 procent grasgevoerde lakenvelders voor de productie van rundvlees. Ook werken ze samen met rundveehouders met rassen als Black Angus, Red Angus en brandrode runderen.

Stelling

Loading

Weer

Meer weer