Consumeren+varkenswangetjes+cre%C3%ABert+meer+waarde
Nieuws
© Jos Thelosen

Consumeren varkenswangetjes creëert meer waarde

Als we dierenwelzijnseisen betaalbaar willen houden, is een bredere verwaarding noodzakelijk. 'Een verandering in het consumptiepatroon van varkensvlees is nodig om varkens met één ster van het Beter Leven-keurmerk beter te verwaarden', zegt CEO Tjarda Klimp van Vion Food Group. 'Als Nederlanders vaker malse varkenswangetjes zouden eten in plaats van varkenshaasjes, dan compenseert extra geld de hogere productiekosten.'

Retailers in Nederland zijn bereid extra te betalen voor varkens met het Beter Leven-keurmerk en voor de extra eisen die ze zelf stellen, is de ervaring van Klimp. De directeur was een van de inleiders tijdens de jaarbijeenkomst van Topigs Norsvin op dinsdag 17 juni in Arnhem. 'De volledige meerkosten voor het produceren van deze varkens moet worden gehaald uit iets meer dan de helft van een varken.'

Dat is immers de hoeveelheid te verkopen vleesproducten aan consumenten in Nederland. Klimp: 'De andere helft wordt verwerkt als grondstof voor producten waarbij geen aandacht is voor dierenwelzijn, zoals medicijnen, bouw en leer. Met die eerste helft van het Beter Leven-varken moet je de concurrentie aangaan met prijzen op de Europese markt en op de wereldmarkt.'

Een consument ziet op het oog geen verschil tussen de verschillende welzijnsstandaarden. 'Alleen de prijs valt op. Gevolg is dat de onderkant van de markt bepaalt wat er aan de bovenkant betaald kan worden. Dat prijsverschil mag niet te groot worden, anders krijg je vraaguitval', geeft de CEO aan.

Een varkenswang prijkt als delicatesse op de menukaarten van restaurants, maar in de supermarkt is het niet te vinden

Tjarda Klimp, CEO van Vion Food Group

Als consumenten meer delen van het varken – zoals karbonade en varkenswangetjes – zouden eten, dan helpt dat volgens Klimp bij een betere verwaarding. 'Een varkenswangetje is mals en smaakvol en prijkt als delicatesse op de menukaarten van restaurants. Maar in de supermarkten kun je het nergens vinden.'

Wat de directeur ook steekt, is de ongeïnteresseerdheid van de foodservice in Nederland voor wat betreft de herkomst van hun vlees. 'Wanneer je in een restaurant naar de herkomst van het vlees vraagt, dan kan men in 90 procent van de gevallen geen antwoord geven. Vaak blijkt het afkomstig te zijn uit het buitenland', beweert Klimp. 'Hierin is nog een slag te slaan om Nederlands varkensvlees beter aan de man te brengen.'

Lange staarten

Retailers die vragen naar varkens met lange staarten zijn er volgens Klimp bijna niet. 'Wel stellen ze eisen aan bijvoorbeeld hokverrijking en daglicht, iets wat gunstig kan zijn voor houden van varkens met lange staarten. Aan het vlees in de schappen zie je niet of het afkomstig is van een varken met een krulstaart. Er is weinig branding op verpakt vers varkensvlees.'


Ook wereldwijd ziet de Vion-directeur nog geen grote markten die extra willen betalen voor varkens met lange staarten. Nichemarkten die dat doen, zijn er wel. 'Maar we zullen die markt moeten zoeken en creëren, gezien het coupeerverbod in Nederland in 2030.'

Dat de Nederlandse varkenshouderij voor de helft produceert voor de wereldmarkt noemt Klimp een grote misvatting. '55 procent van ons varkensvlees wordt afgezet in Nederland, Duitsland en België. 35 procent zetten we af in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Slechts 10 procent gaat naar met name China. Dat betreft voornamelijk koppen, poten en staarten.'

Stelling

Loading

Weer

Meer weer